Apotheek Klijsen

Beethovenlaan 338
5011LN Tilburg

Tel: 013-4551333
Fax: 013-4556979
E-mail: info@apotheekklijsen.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

follitropine

Follitropine heet ook follikelstimulerend hormoon en wordt afgekort als FSH. Het is een lichaamseigen hormoon dat wordt aangemaakt door een orgaan in de hersenen (de hypofyse).

Bij vrouwen stimuleert follitropine de groei en rijping van eicellen. Bovendien stimuleert het de eierstokken om het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen te maken.

Bij mannen stimuleert follitropine de aanmaak van zaadcellen.

Artsen schrijven dit middel voor bij verminderde vruchtbaarheid.

Wat doet follitropine en waarbij gebruik ik het?

Verminderde vruchtbaarheid

Voor een zwangerschap is een gerijpte eicel nodig. De eicel rijpt in de eierstokken onder invloed van het hormoon follitropine. Als de eicel voldoende is ontwikkeld komt hij vrij voor bevruchting. Dit heet de eisprong.

Een mannelijke zaadcel kan daarna de vrijgekomen eicel bevruchten. De zaadballen maken daartoe voortdurend nieuwe zaadcellen aan. De zaadballen worden hiertoe aangezet door het hormoon follitropine. Follitropine stimuleert bovendien de aanmaak van testosteron door de zaadballen.

Follitropine wordt gebruikt bij vrouwen en bij mannen die geen kinderen kunnen krijgen.

Oorzaken
De vruchtbaarheid kan bijvoorbeeld zijn verminderd als het lichaam onvoldoende follitropine aanmaakt (deze vorm van onvruchtbaarheid heet hypogonadotroop hypogonadisme). Bij vrouwen komt dan geen gerijpte eicel vrij. Bij mannen ontstaan te weinig zaadcellen.

Verminderde vruchtbaarheid bij vrouwen kan ook ontstaan door vergroeiingen van de eierstokken (polycysteus ovarium syndroom, PCOS).

Verder zijn er nog veel andere oorzaken voor verminderde vruchtbaarheid. Deze worden vaak met IVF (In Vitro Fertilisatie) behandeld.

Behandeling bij mannen
Bij mannen met hypogonadotroop hypogonadisme kan follitropine kan de productie van zaadcellen binnen enkele maanden op gang brengen.

Behandeling bij vrouwen
Als de verminderde vruchtbaarheid komt doordat geen eicellen rijpen, kan de arts met follitropine de rijping van de eicellen stimuleren. Na de eisprong moet u dan geslachtsgemeenschap hebben of brengt de arts de zaadcellen in de baarmoeder (inseminatie).

Bij een IVF-behandeling (In Vitro Fertilisatie) vindt een bevruchting buiten het lichaam plaats. Er zijn voor een IVF-behandeling meerdere eicellen nodig. Daarom wordt de eirijping gestimuleerd met follitropine. Na de eisprong haalt de arts de rijpe eicellen uit de eierstokken om ze vervolgens buiten het lichaam te laten bevruchten.

Bijkomende behandelingen bij vrouwen
Voorafgaand aan de toediening van follitropine moet u vaak ook nafareline of triptoreline gebruiken. Deze medicijnen zorgen ervoor dat follitropine meer effect heeft.

De geslachtsgemeenschap, inseminatie of het ‘oogsten` van de eicellen moet precies rond de eisprong plaatsvinden. Meestal geeft de arts daarom op het moment dat de eicellen voldoende gerijpt zijn, een injectie met het hormoon HCG (humaan choriongonadotrofine). Dit hormoon stimuleert de eisprong.

Effect
Als u twee weken na de poging tot bevruchting nog niet ongesteld bent, betekent dat niet dat u zwanger bent. Meestal komt de menstruatie door de hormonen wat later. Ook is een zwangerschapstest niet betrouwbaar door de hormonen die u heeft gebruikt. Daarom kan alleen de arts een eventuele zwangerschap vaststellen.

Lees meer over verminderde vruchtbaarheid . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Bijwerkingen bij vrouwen

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijn op de injectieplaats, roodheid, zwelling, jeuk en blauwe plekken. Vooral gedurende de eerst dagen van de behandeling.

  • Hoofdpijn

  • Pijnlijke gespannen borsten

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Vermoeidheid en zeer zelden slaperigheid en duizeligheid.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid en braken, diarree, buikkrampen, verstopping en buikpijn.

  • Overreactie van de eierstokken

    Hierdoor ontwikkelen zich te veel eicellen. Dit kan ernstige klachten geven, met onder andere kans op trombose. De verschijnselen van deze overreactie merkt u na de eisprong: ernstige buikpijn, diarree, braken, plotselinge gewichtstoename van meer dan twee kilo, kortademigheid en niet of heel weinig plassen. Waarschuw bij deze verschijnselen meteen uw arts.

  • Meerlingzwangerschap

    Door gebruik van dit middel kunnen zich meerdere eicellen tegelijkertijd ontwikkelen. Dit kan leiden tot tweelingen of meerlingen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Huiduitslag, jeuk en galbulten door overgevoeligheid voor dit medicijn

    Meld deze bijwerkingen aan uw arts. Deze zal de behandeling stopzetten, en kan soms proberen of u voor een ander preparaat niet overgevoelig bent. Bij ernstige benauwdheid meteen uw arts raadplegen.

  • Bij vrouwen die borstkanker hebben of hebben gehad, zou de tumor mogelijk kunnen groeien of terugkomen door het gebruik van dit middel. Dit is echter niet bewezen.

    Overleg hierover met uw arts.

  • Bloed uit de vagina.

Bijwerkingen bij mannen. Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van een van de onderstaande bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart, waar u zich zorgen over maakt.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijn op de injectieplaats, roodheid, zwelling, jeuk en blauwe plekken. Vooral gedurende de eerst dagen van de behandeling.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

  • Verhoogde bloeddruk 

    Heeft u al een verhoogde bloeddruk? Raadpleeg dan uw arts of u dit middel veilig kunt gebruiken.

  • Zwelling van de borsten met een gespannen gevoel

    De zwelling verdwijnt na enige weken of na stoppen met de behandeling.

  • Acne (vettige huid met puistjes)

  • Gewichtstoename

  • Spataders boven en achter de zaadballen

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Huiduitslag, jeuk en galbulten door overgevoeligheid voor dit medicijn

    Meld deze bijwerkingen aan uw arts. Deze zal de behandeling stopzetten, en kan soms proberen of u voor een ander preparaat niet overgevoelig bent. Bij ernstige benauwdheid meteen uw arts raadplegen.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik follitropine gebruiken met andere medicijnen?

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn niet als u al zwanger bent. Mogelijk beïnvloedt het de ontwikkeling van de baby. Het is belangrijk dat u zeker weet dat u niet zwanger bent als u met dit middel begint.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet waarschijnlijk dat dit medicijn in de moedermelk terecht komt. Dit medicijn kan er wel voor zorgen dat de borstvoeding vermindert.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?
U krijgt dit medicijn via een injectie vlak onder uw huid. Meestal zult u zelf of uw partner de injecties geven. Uw arts of verpleegkundige zal u of uw partner leren hoe u dat moet doen. Vindt u de uitleg niet duidelijk? Aarzel dan niet om extra uitleg te vragen.

Bewaar de injecties in de koelkast, maar niet in het vriesvak.

Wanneer?

  • Rijping eicellen: de behandeling start binnen een week na de eerste dag van de menstruatie. U krijgt gedurende minimaal een week dagelijks een injectie toegediend. De hoeveelheid follitropine is afhankelijk van hoe hard de eicel zich ontwikkelt. Dat volgt de arts door middel van een echo of bloedonderzoek
  • IVF: uw arts start de behandeling op de tweede of derde dag na het begin van de cyclus. U krijgt dan dagelijks een injectie toegediend tot de eicellen voldoende zijn gerijpt.

Hoe lang?

Rijping eicellen
U gebruikt gedurende 7 tot 14 dagen elke dag een injectie met dit medicijn. Meestal gebruikt u dit medicijn niet langer dan 4 weken. Uw arts houdt met een echo of bloedonderzoek in de gaten of de eicellen voldoende zijn gerijpt. Daarna stopt u met dit medicijn en krijgt u een hormoon om de eisprong in gang te zetten (choriongonadotrofine HCG). Op die dag en op de dag erna moeten de eicellen bevrucht worden. U moet dus op die dag geslachtsgemeenschap hebben of op die dag moet de inseminatie plaatsvinden.

IVF
Het duurt gemiddeld 10 dagen voor de eicellen voldoende zijn gerijpt. Het kan echter ook langer of korter duren (5 tot 20 dagen). De arts houdt dit in de gaten met een echo of bloedonderzoek. Daarna ontvangt een hormoon om de eisprong in gang te zetten. Ongeveer anderhalve dag later kan de arts de eicellen uit de eierstokken halen.

Aanmaak zaadcellen
Gedurende meerdere maanden tot anderhalf jaar 3 keer per week een injectie. Na enkele maanden bepaalt de arts of de zaadproductie op gang is gekomen. Het kan anderhalf jaar duren voor effect is bereikt. Als er na anderhalf jaar nog geen effect is, heeft voorzetting van de behandeling geen zin.